Telefoon: 06 - 53 64 50 23 / info@marterstichting.nl
Cursus bunzing, hermelijn en wezel

Cursus bunzing, hermelijn en wezel

Deze professionele cursus geeft invulling aan de (recente) beschermde status van kleine roofdieren in de meeste provincies.

Edo van Uchelen heeft deze cursus inmiddels gegeven aan de provincies Flevoland, Overijssel, Zeeland en Groningen.

cursus

De deelnemers zijn bijgespijkerd wat betreft hun kennis van deze soorten en hebben geleerd (beter) rekening te houden met deze soorten bij beheer, groenonderhoud en ruimtelijke ingrepen. Ook actieve bescherming, ruimtelijke ontwikkeling en wetgeving kwamen aan bod.

Met duidelijke voorbeelden en ‘casus’ hebben de deelnemers inzicht gekregen in de manier waarop deze kleine roofdieren leven en hoe ze hun nut bewijzen als bestrijders van muizen en ratten.

De theorie gaat over herkenning, biotoop, leefwijze, voedsel en plek in de voedselketen, populatie, nut als knaagdierbestrijders, relatie met andere soorten (bijvoorbeeld akker- en weidevogels) bedreiging en bescherming en natuurlijk wetgeving met mitigatie en compensatie. 

’s Middags is er in groepjes (met opdracht) een excursie gegeven in ene potentieel leefgebied. Hoe stel je (mogelijke) aanwezigheid vast? Wat kun je doen om een gebied te optimaliseren?

Doelgroepen:

Ambtenaren m.b.t. vergunningen, en anderen die in de breedte met natuurontwikkeling en beheer bezig zijn, overgangsgebieden natuur/landbouw en externe collega’s die zich bezig houden met het inrichten van het landschap.

Na afloop van de cursus:

--Kunnen deelnemers de verschillende soorten en hun sporen herkennen, hebben een beeld van hun levenswijze en zijn in staat om specifieke leefgebieden van bunzing, hermelijn (en wezel) in Groningen te herkennen en (beter) te beheren.

--Vergunningverleners hebben een handvat voor toetsing en voorwaarden van vergunningen, met potentie-inschatting van biotoop en leefgebied, onderzoeksmogelijkheden en compensatie en mitigatie.

--Weten landschapsinrichters hoe ze bij de inrichting van het buitengebied rekening kunnen houden met kleine marterachtigen.

--Ecologen, groenwerkers (en bijv. medewerkers van Waterschappen) zijn in staat om bij de inrichting en het beheer van het (natuurinclusief) agrarisch gebied, erven, grote tuinen en (ecologische) verbindingen de kansen voor kleine marterachtigen in te schatten en te verbeteren.

Neem bij interesse contact op met Edo van Uchelen, info@marterstichting.nl